De huidige definitie van Gezondheid die de Wereld Gezondheidsorganisatie nu hanteert  is de afwezigheid van ziekte (zij is langer, maar dit is de kern). Sinds enkele jaren is er een nieuwe, meer moderne definitie in omloop geraakt. Ze is geformuleerd door Machteld Huber, een Nederlandse onderzoeker. Die definitie stelt veel meer het adaptief vermogen van de mens centraal. Gezond is hij/zij die zich weet aan te passen aan veranderende omstandigheden. Daarbij stelt ze dat er naast lichamelijke gezondheid ook allerlei andere belangrijke aspecten zijn, waaronder zingeving, die van belang zijn voor een gezond leven.  

Het is hier niet de plek om daar uitvoerig op in te gaan, maar als we uitgaan van deze definitie, hoe gezond is de Kloosterkerk dan? Je zou kunnen zeggen, heel gezond omdat er geen belemmeringen zijn. We hebben een mooi gebouw, geen grote financiële problemen en zo meer. Maar om gezond te blijven in de nieuwe definitie moeten we kijken naar ons adaptief vermogen, naar onze veerkracht.  

Jan Tom Schneider memoreerde het in zijn voorbede op Nieuwjaarsdag: “Help ons om te leren kerk te zijn in deze wereld, in deze tijd en op deze plek in de stad”. Lukt het ons om nieuwe woorden te vinden voor een oud verhaal? Durven we als kerkgemeenschap ons open te stellen voor anderen, jongeren bijvoorbeeld?  

Door de eeuwen heen heeft de kerk in al zijn gedaantes enorm veel veerkracht laten zien. Dat zien we in alle verschijningsvormen van kerken over de wereld. De strekking bleef hetzelfde maar de vorm waarin het Verhaal verteld werd en wordt, verandert. En vergeleken bij het verleden lijkt onze opdracht minder ingewikkeld.  

In februari spreken we elkaar weer om een nieuwe stap te zetten voor het  beleidsplan. Samen en met een open blik op de toekomst.  

Marc Blom 

Voorzitter van het Algemeen Bestuur