Gebed om ontferming van 26 april
‘We moeten door veel narigheid heen’* – die cantate zou hier vandaag geklonken hebben en die oude titel zegt wat we nu meemaken: er is geen omweg geen nooduitgang we moeten er doorheen als door een donkere nacht een ruwe zee een onherbergzame woestijn. Soms is er een lichtje dan weer voelt het alsof ons het water tot aan de lippen staat ons geduld wordt op de proef gesteld. Is er behalve uitzicht op verbetering ook zicht op u die niet loslaat wat uw hand begonnen is zoals wij zongen? en daarom bidden wij u: Heer, ontferm u… |
Is er zicht op u, trouwe God, want wij missen het zicht op de ander wij missen wat wij niet met woorden niet via het scherm aan de ander kunnen zeggen: wij missen de lijfelijkheid de taal van het lichaam; het is behelpen en ja, we doen het ermee zijn dankbaar voor wat er wel kan en schikken ons maar we kijken uit naar de dag dat het weer kan de ander zien van aangezicht tot aangezicht en daarom bidden wij u: Heer, ontferm u… |
En ondertussen gaat de wereld door ongekend veel Trübsal heen want de honger dreigt de oorlog gaat verder de machten maken zich breed solidariteit staat onder druk hoe komen we hier uit is de grote vraag we weten het niet we zien het niet. Is er ook zicht op u niet als de oplosser van al onze zorgen maar als de trooster en als de wegwijzer die door de Tora uitzicht biedt in de woestijn op weg naar de bevrijding? en daarom bidden wij u: Heer, ontferm u… |
*Deze regel verwijst naar de titel van cantate ‘Wir müssen durch viel Trübsaal’ (BWV 146)
Bij de diensten
Het is enigszins leven bij de dag (week) in deze periode. Gastvoorgangers blijven soms liever binnenshuis of kiezen ervoor in de eigen gemeente voor te gaan. Dan val ik in of er wordt iemand anders gevonden. Voor de maand mei is dat (ook weer) gelukt. Op de website treft u de meest actuele stand van zaken aan. Ondertussen wordt er gewerkt aan een beeldverbinding en nagedacht over de vraag op welke manier er anderhalvemeterkerkdiensten in de Kloosterkerk georganiseerd kunnen worden, zodat er een plan ligt voor het moment dat er meer mag dan nu. Uitvaarten vinden plaats in kleine kring in de kerk of in een aula. Vaak wordt er voor gekozen om op een later moment een herinneringsdienst te houden.
En hoe gaat het dan met dopen en avondmaal, met het groepswerk, de open kerk, denkt u, denk ik? Veel vragen, veel ‘wat… als’ plannen, maar nog weinig antwoorden. Ik zei al, het is enigszins leven bij de dag en wie weet leer ik nog iets van de evangelische deugd om je geen zorgen te maken voor de dag van morgen.
En dan is er nog de vraag wanneer mijn nieuwe collega, Marja Flipse, naar Nederland kan komen en met haar taak kan beginnen. Spijtig is het voor haar, voor ons, dat na zo’n lange aanloop ook het begin zo ingewikkeld is. Alles zou in het teken van de ontmoeting en kennismaking moeten staan, terwijl dat juist nu zo lastig is. Maar ook daar vinden we wel iets op.
Deze maand, op 3 mei, gaat ds. Jan Tom Schneider voor in het ochtendgebed. Op 10 mei zal Jilles de Klerk uit Wassenaar de dienst leiden. Voor Hemelvaartsdag zullen Geerten van de Wetering en ik een Podcast maken: een bijbeltekst, een korte uitleg en orgelspel; handzaam en te beluisteren wanneer het het beste uitkomt. Er is dan geen dienst via Kerkomroep. Op de zondag na Hemelvaart gaat ds. Ranfar Kouwijzer uit Haarlem voor.
Ondertussen rijgen de weken zich aaneen. Nu de stofwolken van de eerste periode zijn gedaald, komt het aan op volhouden. Niet zo eenvoudig. Veel praktische hulp is geregeld, merken ook de contactpersonen, maar naarmate het langer duurt, kan het toch eenzaam worden. En natuurlijk is er niemand die mij belt of mailt met de mededeling: ‘Ik ben eenzaam’. Begrijpelijk! Maar het gevoel kan er wel degelijk zijn en ook al zijn de mogelijkheden voor ontmoeting beperkt, ze zijn er wel, dus aarzel niet met mij contact op te nemen, of met één van de contactpersonen.
Graag wil ik, ten slotte, iedereen bedanken voor alle hartelijke aandacht per post, mail of anderszins die ik zelf ontving. Het heeft me werkelijk goed gedaan!
Met een hartelijke groet,
ds. Rienk Lanooy