Op 28 februari kwam het rapport van de IPCC werk groep II uit, over risico’s en gevolgen van klimaatverandering, en hoe we ons kunnen aanpassen. De urgentie wordt groter. Zoals Machiel Mulder schrijft in de Klooster van april 2022, worden weersomstandigheden steeds extremer, met heftiger stormen, langdurige periodes van hitte, droogte, en enorme regenval. Ook Nederland moet er aan geloven. Een voorbeeld daarvan is de extreme regenval in Limburg afgelopen zomer. We kunnen en zullen ons steeds meer moeten aanpassen aan deze omstandigheden, door op andere plekken te bouwen, ruimte te geven aan natuur als buffer voor water, en op een andere manier landbouw te bedrijven. Daar zit een overeenkomst met de mensen die we ondersteunen in het project in Uganda deze 40-dagen tijd. In Nederland ondervinden we het nog niet overal aan den lijve, maar op beide plekken worden we geraakt door klimaatverandering en zullen we dingen anders moeten gaan doen. In Uganda zijn boeren op zoek naar manieren om om te gaan met te weinig of te veel water en ze proberen het gebruik van grondstoffen te verminderen. De activiteiten in het project zijn, hoe kleinschalig ook, hoopgevende voorbeelden van aanpassing aan en mitigatie van klimaatverandering en een gemeenschap die veerkrachtiger wordt. Ik sluit me daarmee aan bij wat Maas Goote schrijft in De Klooster van april, over onzichtbare leiders van natuurherstel: geen macht, niet zichtbaar, en met weinig middelen, maar samen realiseren ze verandering.
De 2e collecte tot Pasen is bestemd voor het project in Uganda.
Judith Kaspersma