Deze dienst is via YouTube te bekijken en HIER (na) te beluisteren via Kerkomroep.nl.

ZONDAG 27 SEPTEMBER 2020
– 17e zondag na Pinksteren –
Voorganger: ds. Marja Flipse
Ouderling: André Meijster
Organist: Geerten van de Wetering
Dirigent: Jos Vermunt
m.m.v.
Leden van het Residentie Kamerkoor
Residentie Bachorkest
Klaartje van Veldhoven – sopraan
Florieke Beelen – alt
William Knight – tenor
Patrick Pranger – bas

 

In deze dienst zal klinken de cantate ‘Wer weiß, wie nahe mir mein Ende’ (BWV 27) van J.S. Bach

Bij de dienst:
We vervolgen vanmorgen onze tocht door de eerste hoofdstukken van Genesis, het boek van de oerverhalen. Oeroude verhalen waarin de meest fundamentele vraagstukken van ons menszijn
aan bod komen. Wie heeft in onze werkelijkheid de regie in handen? Wat betekent het om je een schepsel te weten? Hoe verhouden wij mensen ons tot elkaar en tot de wereld om ons heen? En de
prangende vraag van vandaag: waarom is het leven soms zo moeilijk, en waarom gaan we eigenlijk dood? Hier passen geen rechtstreekse antwoorden, maar veelkleurige verhalen waarin de creativiteit van de Schepper doorklinkt en er ruimte blijft voor onze verwondering.

Bij de kinderdiensten:
In de eerste weken na de zomervakantie beginnen we een serie ‘girlpower’ verhalen. De Bijbel staat vol met stoere en spannende verhalen waar mannen een hoofdrol hebben, maar er zijn
ook vrouwen en meisjes in de Bijbel die daar zeker niet voor onderdoen. Vandaag voor de jongsten het tweede deel van het Godly Play verhaal over Ester. Ester wordt een heuse koningin in een vreemd land. In dat vreemde land is het niet altijd veilig voor het volk van Ester. Op haar eigen sterke manier zorgt ze ervoor dat het volk in dit vreemde land geen gevaar meer loopt.
De jongste kinderen blijven tot het einde van de dienst in hun eigen Godly Play ruimte.

De oudste kinderen zijn dit weekend op kamp. De eerste voorzichtige stapjes in de richting van het samen zingen zijn gezet. Nog steeds
worden de liederen alleen gezongen door het ensemble, maar als gemeente wordt u uitgenodigd om in te stemmen met de vaste gezongen onderdelen van de liturgie.
Voor de dienst klinkt een bewerking van Reger over Wer weiss wie nahe mir mein Ende. Reger maakt in zijn zeer ingetogen bewerking gebruik van de toen gangbare melodie op deze tekst;
een andere melodie dan die Bach gebruikt in zijn cantate. In Bachs tijd werd de tekst gezongen op de bekende melodie van Wer nun den lieben Gott lässt walten. Aan het eind van de dienst
klinkt een orgelbewerking van Bach over deze melodie. Het ritmische kort-kort-lang-figuur verklankt in deze bewerking de vreugde van de toekomst, waarvan ook het slotkoraal van de
cantate spreekt.