Op 31 januari vierde Daniel Rouwkema zijn eerste lustrum als cantor van de Kloosterkerk. Tijdens de repetitie op maandag 1 februari heeft het Kloosterkerkkoor Daniël in het zonnetje gezet met een eigengemaakt lied. Hanna van der Lande memoreert namens het gehele Kloosterkerkkoor: “De afgelopen twee jaar waren niet makkelijk. Het koor kon maar zo af en toe samenkomen. Gelukkig lijken er betere tijden aan te breken en zijn de repetities weer gestart. Het kerkkoor is immens blij met hem, zijn muziekkeuze, zijn betrokkenheid en niet aflatende inspiratie. Dank je wel Daniël, op naar de volgende 5 jaar!”.
“Als kerkmusicus moet je heel wat ballen in de lucht houden”, benadrukt ds. Marja Flipse. Zij vervolgt: “Kennis van het repertoire, het vermogen om mensen te motiveren en verbinden, een feilloos gevoel voor woord, klank en sfeer, technische know-how, werken onder tijdsdruk, de grillen van de predikant, een doolhof aan persoonlijke voorkeuren en ongeschreven regels, leiderschap en kwetsbaarheid. Dit alles is nodig. En als je dan de juiste toon weet te treffen, kom je heel dicht bij het wonder van wat er in de kerk gebeurt: door ons mensenwerk heen klinkt iets van het goddelijke en het eeuwige. Dank je wel, Daniël, dat je je daar alweer vijf jaar met zoveel overgave en liefde voor inzet, ook wanneer dat veel improvisatievermogen van je vergt. Nog vele mooie jaren!”.
Ook het Bestuur van de Kloosterkerk kijkt uit naar een volgend lustrum. Sanne ten Bokkel Huinink meldt naar aanleiding van deze mooie mijlpaal: “Het bestuur is verheugd over de wijze waarop Daniel de afgelopen vijf jaren als cantor muziek in de diensten heeft gebracht. Daarmee leverde hij een belangrijke bijdrage, met name als de kerk leeg was vanwege corona, aan het gaande houden van de lofzang”.
Onlangs interviewde het magazine Klooster Daniel en daarin geeft hij een mooi inzicht in zijn werkwijze en drijfveren waar de Kloosterkerk de vruchten van plukt: “Ik wil meer dan tijdens de dienst met het koor een paar liederen ten gehore te brengen, als een soort muzikale omlijsting bij het gesproken woord en de gewijde handelingen. Met muziek kun je andere dingen zeggen dan met tekst. Ik wil die mogelijkheid benutten om de mensen in de kerk op een hoger spiritueel niveau te brengen, als ik dat zo mag uitdrukken. Daarom is het voor mij belangrijk te weten wat de predikant gaat doen; waar gaat de preek over? Daar kan ik iets mee. Ik kan op basis ervan koorzettingen maken van de eenstemmige liederen in het Liedboek. Bijvoorbeeld door te spelen met mineur en majeur; de afwisseling daarvan kleurt als het ware de muziek. Ik kan ook kiezen wie er wat zingt; dergelijke keuzes zijn van grote invloed op de levendigheid van de muziek.
Ik componeer en arrangeer van jongs af aan muziek. De coronaperiode was een treurige tijd voor het koor, maar gaf mij de gelegenheid wel 3 of 4 zettingen per week te maken. Elke week kon er iets nieuws op de lessenaar staan! We zongen deze bewerkingen dan zondags met een klein ensemble in een helaas lege kerk. Dat had toch ook wel zijn charme”.
Daniël Rouwkema heeft ook de muzikale leiding van het Schola Davidica in Utrecht, dat maandelijks een Choral Evensong in de Janskerk in Utrecht verzorgt. In Emmen dirigeert hij Vocaal Ensemble Magnificat. In Groningen dirigeert hij sinds 2005 Choral Voices (met een maandelijkse Evensong in de Nieuwe Kerk) en kamerkoor Canticum Groninghae.
“Choral Voices is een beetje ‘mijn kindje’, omdat we al zo lang samen werken dat we precies weten wat we samen willen. Ik kies voor ieder koor eigen muziek, omdat zij verschillende mogelijkheden hebben: hoe getraind zijn de zangers; wat ligt lekker bij hun stemmen. Zo vertoont het stemapparaat van oudere zangers eenmaal altijd enige slijtage; het stemapparaat wordt minder en dat heeft invloed op kleur en volume. Ik wil de zangers wel uitdagen, maar zij moeten zich comfortabel blijven voelen”.
“Ik ben gevormd door Engelse (Anglicaanse) koormuziek, toen ik zong in het Roder Jongenskoor. De dirigent was Bouwe Dijkstra, de vader van Peter Dijkstra, de huidige chef-dirigent van het Nederlands Kamerkoor. Het was aanvankelijk niet eens zozeer de muziek die mij aantrok, als wel het samen voortbrengen van de koorklank. Door onderdeel te zijn van deze ‘klank’ werd er bij mij een snaar geraakt die tot vandaag de dag natrilt. Ik ben verder opgeleid als organist en ook dat zit dan in je systeem. Je vult je rugzak met alles waarmee je in aanraking komt. De Anglicaanse muziek is heel ‘gebruiksvriendelijk’. Componisten als Gibbons, Byrd en Tallis schreven muziek die je met weinig training kan zingen. De muziek ligt gemakkelijk, mooie melodieën die je uit volle borst mee kunt zingen.
Via componisten als Purcell en de Wesley’s kom je dan al snel uit bij Stanford, Britten en Howells. Deze doorgaande lijn heeft een schat aan prachtige kerkmuziek opgeleverd. Ook nu is deze koortraditie in Engeland nog springlevend. In de Anglicaanse Kerk komt alles samen wat een liturgie goed maakt. Stijl en vorm. Traditie en experiment. Prachtige koorzang én stevige samenzang. Ik zou heel graag iets van die traditie in de Kloosterkerk willen inbrengen, omdat alles zo fraai in de liturgie samenkomt. Het ene versterkt het andere.”
Meer weten over Daniël Rouwkema: www.danielrouwkema.nl. En wil je hem in actie zien! Kijk dan op het youtubekanaal van de Kloosterkerk.