Iedere christelijke gemeente heeft de taak om mensen die dat nodig hebben materieel te helpen en te ondersteunen. Meestal gebeurt dit met geld, soms met bijvoorbeeld voedsel of kleding. Soms is die steun eenmalig, soms voor een langere periode. Het kan hulp zijn aan personen, of bijdragen aan projecten. Iedereen kan voor deze ondersteuning in aanmerking komen: lid van de Kloosterkerkgemeente of niet, in binnen- en buitenland. Ook het tonen van interesse en medeleven en het bevorderen van sociale contacten hoort hierbij. Deze taak wordt in de protestantse kerken de diaconale functie genoemd.
Zoals in iedere kerk is er ook in de Kloosterkerk een groep mensen die samen ‘de diaconie’ vormt. Diaconie is oorspronkelijk een Grieks woord, het betekent ‘dienst’. Het doel van de diaconie is barmhartigheid (goed doen) en gerechtigheid (recht doen) te bevorderen.
Op zondag geeft de diaconie hier invulling aan, door het bepalen van de collectedoelen in de kerkdiensten en het zorg dragen voor het avondmaal. Door de week is de diaconie aanspreekbaar, wanneer iemand in materiële zin steun kan gebruiken.
Alles bij elkaar genomen zijn de financiële middelen van de diaconie beperkt. Het is niet mogelijk om alle problemen op te lossen. Gelukkig geven allerlei andere maatschappelijke instanties veel hulp. Waar dat kan, wordt verwezen naar instanties, bijvoorbeeld het Aandachtscentrum, de Kesslerstichting, de Sociale Dienst. De vragen die de diaconie van de Kloosterkerk ontvangt, worden besproken door de diakenen en worden – in grote lijnen – beoordeeld volgens de volgende richtlijnen: de hulpvraag is bij voorkeur afkomstig uit de gemeente; of: iemand uit de gemeente dient de hulpvrager – die zelf geen gemeentelid hoeft te zijn – goed te kennen; er kan alleen tijdelijke hulp worden geboden: voor structurele hulp hebben we niet genoeg mogelijkheden; voor incidentele hulpacties in binnen- en buitenland wordt zoveel mogelijk samengewerkt met andere organisaties en er wordt aansluiting gezocht bij Kerk in Actie van de Protestantse Kerk in Nederland; er dient zekerheid te zijn over de juiste besteding van de gelden.
Contactpersoon: Godert van der Feltz