Toen Rusland in de vroege ochtend van 24 februari 2022 Oekraïne binnenviel, was het voor Henk Baars, voorzitter van Kerk en Vrede, meteen duidelijk: “Hier moeten we iets mee. De kleine, bijna 100-jarige kerkelijk-pacifistische vereniging met zo’n 1000 leden kon dit onmogelijk laten passeren”, zegt de inmiddels gepensioneerde katholieke pastor in zijn flat in Den Haag-Segbroek. Naast zijn werk voor Kerk en Vrede is Baars onder meer actief als vice-voorzitter van de Haagse Voedselbank.
Eerst, eind februari, hield de ‘club’ een kleine demonstratie tegen de Russische agressie bij de Russische ambassade in Den Haag. Daarna, begin maart, was er een oproep aan alle partijen tot een grote vredesconferentie waarbij alle veiligheidsbehoeften, inclusief die van Rusland, aan bod zouden komen. En in mei en afgelopen Kerst volgden wat meer uitgewerkte verklaringen, de eerste voorzien van tientallen handtekeningen van verscheidene denkers en activisten. De mei-verklaring oogstte in de media felle kritiek. Hoe kon men zo naïef zijn? Wilde Kerk en Vrede de Russische agressie belonen?
Aanleiding genoeg dus voor een gesprek met Baars over zijn pacifisme, zijn (geloofs-)motieven, zijn bronnen van geloof en veerkracht en zijn – laag gespannen – verwachtingen over de rol van de kerken in het publieke debat over de oorlog.
Waar komt je pacifistische overtuiging vandaan?
“Die komt uit bijbelse leerstukken als: Heb uw vijanden lief als uzelf; doe de ander niet datgene aan waarvan je niet wilt dat het jezelf overkomt, dat soort dingen. Mijn daarmee samenhangende overtuiging zit diep. Ik zou niet weten hoe ik anders zou moeten denken en leven. Niet dat ik mijn hele leven pacifistisch was. Wel vond ik pacifisme altijd een interessante positie. Ik was destijds lid van de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP), één van de partijen waaruit GroenLinks is voortgekomen, tot mijn leedwezen nu een oorlogszuchtige partij.”
Waardoor ging je overtuiging zo diep zitten?
“Dat heeft te maken met mijn vader. Die moest in de oorlog ‘opkomen voor zijn nummer’, zoals dat heette. Hij vocht begin mei 1940 in Rotterdam. Mijn vader vertelde daar spaarzaam over, maar in zijn dagboeken later vond ik momenten van grote angst tijdens aanvallen en bombardementen. Hij heeft bijvoorbeeld samen met zijn maatje onder een auto gelegen, die vol met munitie lag. Gelukkig voor hen viel de bom ergens anders.
Bij zijn dood, hij was serieus katholiek, nam een priester mijn vader de biecht af. Ik merkte aan hem een enorme opluchting toen die tegen hem zei dat hij verabsoluteerd was van zijn zonden. Kennelijk leefde het besef sterk bij hem dat hij iets had gedaan wat echt niet kon. Hij heeft nooit gezegd dat dit door de oorlog kwam. Zelf vermoedde ik het wel, namelijk dat hij iemand doodgeschoten of verwond heeft. Mijn vader was geen pacifist. Maar wat hij wel duidelijk maakte: als je in een oorlog terecht komt, is alles reddeloos verloren. Er zijn geen normen meer, geen waarden meer. Alles gaat kapot.
Mijn geloofsnoties kwamen later. Ik had als jong katholiek de bijbel niet zo goed gelezen. Maar mede door die ervaringen met mijn vader, kwamen de bijbelteksten die ik je noemde en die ik later tegen kwam, veel scherper binnen. Het zijn maar een paar zinnen van Jezus. Maar voor mij zijn het de meest interessante. Ze zijn zo zout, dat ze onttrokken lijken aan de werkelijkheid. En dat is precies ook de bedoeling. Ze trekken je uit dagelijkse routine naar een werkelijkheid waarvan je weet dat die zo nooit zal worden. Als je dat besef verliest als christen, tsja, dan ben je eigenlijk zoals iedereen. Je krijgt een keurig christendom, ‘rationeel verantwoord’. Maar wat onderscheidt je dan nog? Je bent niets bijzonders meer.”
Dat levert vast veel weerstand op?
“Ja, maar nooit zo sterk als nu. Het solidariteitsframe dat zegt dat je de aangevallene moet helpen, is zo loei sterk, dat heel veel mensen denken: Wat zijn dat allemaal voor naïevelingen! Na de Tweede Wereldoorlog was die weerstand er overigens ook. Vlak na de bevrijding preekte de theoloog en dominee Krijn Strijd tegen de verschrikkelijkheden van de oorlog. Zijn teksten wekten destijds een enorme opstand in zijn gemeente. Terwijl ik nu denk: Man, wat had jij toen gelijk! Hij zei toen al: ‘Wij zijn zelf ook niet onschuldig, wijzelf gaan ook niet vrijuit’. De gevolgen van ons bloedige bombardement van Dresden moesten toen nog uitkomen.
Net als destijds heerst ook nu weer het gevoel: Wij zijn de goeden, zij zijn de slechten. Onzin natuurlijk. Er zijn zoveel momenten geweest waarop wij als Westen oorlogszuchtig zijn geweest zoals met onze inval in Irak, in Afghanistan, eerder in Vietnam.”
Ben je als principieel denker aanspreekbaar op de toepassing van je principes in de praktijk. Of zeg je dan: ik ben nou eenmaal geen politicus?
“Nee, dat zeg ik niet. Wij zijn zeker aanspreekbaar op de consequenties van onze stellingname. Wij willen werken aan realistische alternatieven. Zo zijn we nu bezig met een groepje na te denken over de vraag: hoe de-escaleer je nou precies in de praktijk? Daarvoor werken we concrete scenario’s uit. Ons plan is om Rusland een stapje terug te laten zetten, en vervolgens het Westen een sanctie te laten terugnemen. We doen dat tot op heden niet. Daarmee maken we onszelf mede verantwoordelijk voor de verdere escalatie die, zo ben ik bang, op den duur tot een Derde Wereldoorlog kan leiden.
Overigens is het ook uit ‘rationeel oogpunt’ onzin om met deze oorlog door te gaan. Ze brengt zoveel meer ellende, vernietiging, dood, verwoeste levens. Het sturen van wapens brengt geen oplossing naderbij. Je raakt gevangen in een cyclus, ook de Nederlandse regering. Misschien red je het even met die wapens, maar Rusland zal steeds weer terugkomen, omdat de diepere oorzaak ergens anders ligt.”
Namelijk?
“Doordat ze daar buitengewoon gefrustreerd zijn dat ze geen macht zijn zoals China of de VS en genegeerd worden. Daar hebben wij fouten in gemaakt, bijvoorbeeld door tegen Russische bezwaren in door te gaan met de uitbreiding van de Navo richting Oosten. Tja, denk ik dan, dan krijg je dus ‘2014’, de bezetting van de Krim. Dat roep je dan over jezelf af.”
Met je pacifistisch pleidooi kun je heel onrechtvaardige situaties creëren: Rusland die
over de Oekraïners heen walst, daar een bloedige dictatuur vestigt..…
“Maar de Amerikanen hebben ook voortdurend onrechtvaardige situaties bewerkstelligd. Irak binnenvallen om de zogenaamde nucleaire wapens van Saddam Hussein. Afghanistan binnen vallen om Osama Bin Laden te pakken en nieuwe terroristische aanvallen te voorkomen. Allemaal heel rechtvaardige redenen, maar moet je eens zien wat daar allemaal van terecht gekomen is.”
Je maakt er een jij-bak van..
“Dat klopt, maar we doen meer dan dat. We zeggen ook: Oorlog is altijd veel erger dan geen oorlog. Er is nooit gekeken naar de doden en slachtoffers op lange termijn als de wapens eenmaal zwijgen: de PTTS-syndromen bijvoorbeeld. We hebben een religieuze zuster in onze vereniging, die zit regelmatig in Irak, en beschrijft de trauma’s die ze daar ziet. We hebben geen idee wat daar na de Amerikaanse inval allemaal heeft plaatsgevonden. Dat gaat nu allemaal ook in Oekraïne gebeuren, en in Rusland. Dat gaat tientallen jaren aan ellende en verdriet kosten.
Bovendien doen we als Westen heel iets anders dan we publiekelijk beweren. We zeggen steeds: Het is een conflict tussen Rusland en Oekraïne, wij zitten daar niet. Nou, we zitten daar wel. We sturen heel veel wapens, helpen met inlichtingen, adviseurs, technologie etcetera.”
Je popelt al sinds het begin van dit gesprek om iets over de vele reacties op jullie standpunt zeggen. Waarom wil je daar graag naartoe?
“Omdat het echt een uitdaging is om daar goed mee om te gaan. We worden namelijk voortdurend geconfronteerd met clichés zoals: jullie zijn naïef, niet van deze wereld, je bent handlanger van Poetin etcetera. Er is totaal geen luisterbereidheid, geen poging om je los te maken van vastgeroeste schema’s. Bram Grandia probeerde het in dagblad Trouw, maar zijn ingezonden stukken worden daar inmiddels niet meer geplaatst. Thomas Quartier, de monnik en (voormalig, red.) Theoloog des Vaderlands, had ons stuk uit mei ook ondertekend. Hij kreeg om die reden zoveel tegenvuur, dat hij heeft gezegd; ‘Ik laat me er niet meer over uit’. Het werd hem teveel. Maar zo gaat elke tegengeluid verloren, en dat is heel gevaarlijk.”
Heb je, bij alle tegenwind die jullie krijgen, behoefte aan steun van bijvoorbeeld kerken?
“Nou, die steun is er niet. Onze verwachtingen zijn laag gespannen. Er zijn wel krachten, met name binnen de Raad van Kerken, die vrij sympathiek tegenover ons staan, maar die zijn toch vrij zwak. We hebben ons scenario-stuk met de Raad besproken. We merkten wel enige steun maar de Raad achtte het in de huidige situatie niet opportuun om daarover publiekelijk te beginnen.”
Waar ontleen je veerkracht aan bij al die tegenwind?
“We halen de veerkracht uit ons standpunt en uit ons geloof. Ergens tegenin gaan heb ik het hele leven gedaan, Zo was ik voorzitter van de katholieke Acht Mei-Beweging. Ook daar was veel tegenwerking van de toenmalige bisschoppen, al was dat wel een heel ander spanningsveld. Dus vreemd is deze ervaring niet. We hadden toen veel meer steun dan nu.”
Stonden er al boze Oekraïners op de stoep bij Kerk en Vrede?
“Nee, het zijn vooral boze Nederlanders die zich met die Oekraïners verbinden, die zich bij ons melden. Die vinden het echt moeilijk om anders naar die oorlog te kijken.”
Wat zeg je tegen Oekraïners als ze om hulp komen vragen?
“Ik zal dan zeggen dat wij vanuit onze pacifistische positie nu eenmaal niet kunnen oproepen tot het sturen van wapens. Maar ik zal ook zeggen dat we er geen actie tegen ondernemen, dat ligt niet in onze macht. Verder sluiten we ons aan bij elke oproep tot materiële ondersteuning van de Oekraïners. Persoonlijk speelde ik op 19 december voor zo’n tachtig Oekraïense kinderen Sinterklaas. Rare datum voor ons misschien, maar dat is hun traditie volgens de Juliaanse kalender. Er waren op die dag twee Sinterklazen: een orthodoxe en een wat meer Westerse. Het was een mooi oecumenisch experiment!”
Tekst – Kees Versteegh – lid van de gemeente en journalist
Afbeelding – Website Kerk en Vrede